Door Lieke van Zaltbommel – opleidingsontwikkelaar voor het Instituut voor Veiligheid en voormalig adjudant bij de Koninklijke Marechaussee
Het dragen van een uniform is voor veel mensen een belangrijk onderdeel van hun werk. Het straalt gezag uit, biedt structuur en maakt het voor anderen meteen duidelijk welke rol je vervult. In dit blog deel ik mijn ervaring met het dragen van een uniform bij de Koninklijke Marechaussee (KMar) en hoe ik nu, zonder dat uniforme pak, toch bijdraag aan een veilige maatschappij.
De overgang van kapster naar uniform
In 2003 begon ik mijn carrière bij de Koninklijke Marechaussee (KMar). Daarvoor had ik een aantal jaren als kapster gewerkt. Wat een overgang! Van altijd bezig zijn met het uiterlijk van klanten, en zelf altijd op en top verzorgd zijn, naar het dragen van een uniform.
Het uniform: Gelijkheid en strikte regels
In het uniform moesten we allemaal hetzelfde dragen, of het nu het nette uniform voor officiële momenten was of het gevechtspak voor fysieke taken. Er waren strikte regels: geen make-up, sieraden of opvallende accessoires vanwege de veiligheid. Haren moesten natuurlijk gekleurd zijn, wat voor mij als voormalig kapster soms een uitdaging was.
Gewend aan het uniform
Hoewel de regels streng waren, raakte ik uiteindelijk gewend aan het uniform. Gedurende mijn 17 jaar bij de KMar veranderde het uniform meerdere keren, en het was niet altijd makkelijk om een goed passend model te vinden, vooral als vrouw. Ik klaagde daar soms over, maar tegelijkertijd was het ook wel fijn: ik hoefde me nooit zorgen te maken over wat ik die dag zou dragen. Het uniform maakte die beslissing voor me, wat het werk een stuk eenvoudiger maakte.
Gezag en identiteit in het uniform
Het dragen van het uniform straalde gezag uit. Toen ik jonger was, werd ik al met “u” aangesproken, iets wat in mijn privéleven niet gebeurde. Het was duidelijk waar ik voor stond en bij welke organisatie ik werkte.
Het inleveren van het uniform
Toen ik na 17 jaar mijn uniform inleverde en besloot een andere weg in te slaan, had ik daar geen moeite mee. Toch mis ik soms het uniform, of misschien wel meer de baan die erbij hoorde. In dat uniform was ik onderdeel van een organisatie die in actie kwam: tegen onrecht, om mensen te helpen in tijden van nood, en om Nederland veilig te houden door middel van controles.
Een nieuwe bijdrage achter de schermen
Nu werk ik als opleidingsontwikkelaar. Ik werk vooral achter de schermen, niet meer met beide benen in de klei, zoals je dat zo mooi zegt. Maar ook zonder uniform draag ik bij aan een veiligere maatschappij.
Conclusie: Uniform of niet, we willen allemaal hetzelfde
Mijn conclusie? Of je nu een uniform draagt bij de KMar, als BOA, bij de politie, of een andere rol vervult, volgens mij willen we allemaal hetzelfde. Ook zonder uniform dragen velen bij aan een veiliger maatschappij. Ikzelf werk nu achter de schermen, en dat bevalt me heel goed!
Wil jij ook bijdragen aan een veiliger maatschappij, maar zonder uniform? Stuur ons dan je CV, wij zijn altijd op zoek naar docenten en andere deskundigen om ons team te versterken!